Haar eerste stappen in het Vincentius in Udenhout zette ze in de tijd dat nonnen er nog de scepter zwaaiden. Agniet Weerepas was nog bezig met haar opleiding tot activiteitenbegeleidster, toen ze in 1986 in een tijdschrift een vacature bij Vincentius zag. Ze had stage gelopen bij verschillende doelgroepen en was ook actief in het vrijwilligerswerk bij verstandelijk beperkte mensen. Werken met verstandelijk beperkten was duidelijk wat Agniet wilde. Ze reageerde op de vacature en mocht op gesprek komen.
Het sollicitatiegesprek met George Hezemans, de toenmalige coördinator dagbesteding en directrice mevrouw Singor-Corstenen was wel pittig. “George Hezemans was een begrip in die tijd en best streng. Hij vroeg flink door op bepaalde onderwerpen, waardoor ik me afvroeg of ik wel het juiste antwoord gaf, waardoor hij me onzeker maakte . Mevrouw. Singor-Corsten, een lief mens, gaf zo nu en dan een goedkeurend knikje, dat hielp.” Agniet werd aangenomen en 35 jaar later werkt ze er nog als activiteitenbegeleidster. Niet meer op het terrein van Vincentius, maar sinds 5 jaar bij een dagbestedingsgroep op de handweverij in Tilburg, gekoppeld aan het TextielMuseum (ook van ASVZ).
Groei van dagbestedingsactiviteiten
Vroeger was Vincentius een meisjesinternaat gerund door nonnen, waar de cliënten vanaf hun 6e jaar kwamen. De meisjes werden op de trap achtergelaten en mochten hun ouders 6 weken niet zien, om te wennen en te onthechten, iets dat we ons tegenwoordig niet kunnen voorstellen. Er zijn cliënten die hier nog steeds nare herinneringen aan hebben, maar in die tijd leek het de beste manier. Tot hun 20e gingen de meisjes intern naar school en volgden daar buitengewoon onderwijs. Daarna gingen ze naar de Dienst Dagbesteding en kwamen bij onder andere Agniet in een van de groepen.
Op een gegeven moment was er geen nieuwe aanwas aan cliënten voor de school. Er kwamen klaslokalen vrij die in gebruik genomen werden voor dagbestedingsactiviteiten. De cliënten die al op Vincentius woonden hadden allen de leeftijd bereikt om naar de dagbesteding te gaan en in die tijd werden ook mannelijke cliënten toegelaten. In 1986 waren er al jongens op de jongeren woongroepen. De vraag naar meer dagbestedingsgroepen zorgde voor een uitbreiding van de interne dagbesteding maar ook buiten de instelling. In het dorp werd gestart met ‘t Vintje, een klein atelier en winkeltje, waar met de naaimachine producten werden gemaakt en verkocht. Er kwam een sociale werkplaats, Baanbrekers, waar Vincentius een ruimte huurde om daar met industriële activiteiten mee te werken. Daarna volgden de handweverij bij het TextielMuseum, de Tivolishop, een kaarsenmakerij en een beeldenatelier. De tuingroep werd uitgebreid als tuincentrum, een kinderboerderij op het terrein en een goedlopende bakkerij.
Agniet vertelt dat ze ook al 35 jaar lid van de personeelsvereniging is. Op Vincentius werd vroeger veel georganiseerd voor het personeel en de cliënten. Het jaarlijkse carnaval in ‘t Kelderke, het Agniet Weerepas Vincentius Udenhout Zomerfeest en ieder jaar Sinterklaas. Zelf heeft ze een keer als Sint op haar groep gespeeld, haar collega was Piet. Sommige cliënten geloofden nog in de goedheiligman, maar één van zag dat de goede Sint een vrouw was. Na afloop deed ze haar mijter en mantel af op de groep, wat veel lol veroorzaakte. Soms hoort ze nog van cliënten “Oh Agniet, wanneer ga je weer eens Sint spelen?”
Doelen stellen en meetellen
Werden cliënten vroeger beziggehouden, nu wordt geprobeerd ze dingen te leren. Door de overname door ASVZ groeide het aantal activiteiten en ook de expertise. Het verkopen van producten zorgt voor geld om nieuwe materialen mee te kunnen kopen. Maar de huidige dagbesteding zorgt er vooral voor dat cliënten werk hebben waardoor ze zich nuttig voelen en meetellen in de maatschappij. Bij iedere cliënt wordt gekeken naar zijn of haar behoeftes en daar op wordt de dagbesteding aangepast.
De overname van Vincentius door ASVZ heeft er voor gezorgd dat er meer expertise is, meer psychologen, orthopedagogen, meer artsen, wat het makkelijker maakt om zaken over cliënten te bespreken. Vroeger was er van elk maar 1 en in vakantieperiodes was dat lastig. Er wordt nu ook meer van het personeel gevraagd. Werd er vroeger eens in de 5 jaar een grote cliënten bespreking gehouden waar zelfs de directie bij aanwezig was, nu wordt in een computerprogramma dagelijks alles bijgehouden over de cliënten. Er worden doelen gesteld en er wordt nagedacht hoe cliënten dingen kunnen leren.
Vincentius is een thuis
Voor de cliënten is er ook veel veranderd, in de tijd van de nonnen was niet alles rooskleurig. Kijk maar naar de foto’s van vroeger van de woongroepen, waar de cliënten met z’n twintigen naast elkaar zich stonden te wassen. Van de privacy die ze nu hebben, een eigen kamer en eigen badkamer was toen geen enkele sprake. De huizen van nu zijn gezellig ingericht en de cliënten hebben nu een thuis waar ook ouders en familie welkom zijn. “Hoe ze nu wonen in nieuwe huizen met alle faciliteiten die er zijn, dat is geweldig.”
“Al die trappen en gangen in het hoofdgebouw waar we dagelijks doorheen liepen, dat was echt een deel van ons werk. Tijdens de pauze van 12.00 uur tot 13.30 uur, de cliënten aten in die tijd bij de woongroep, hadden wij als personeel de grootste lol, je wil niet weten wat wij allemaal uitgevoerd hebben! Een mooie herinnering naar vervlogen tijden.” Een tijd waar Agniet met veel plezier op terugkijkt.
Tekst: Carolien Nijkamp
Beeld: Agniet Weerepas
Bron: BOEi